Buiten genieten op deze bekende en onbekende groene plekken

Rotterdam is een echte stad. Vol beton, steen en glas. Maar eigenlijk zijn er ook best veel groene plekken om te ontspannen, recreëren en wandelen. Soms is het heerlijk om je even terug te trekken in de natuur. Dat kan onder meer op deze plekken.

Trompenburg Tuinen & Arboretum

Met maar liefst 8 hectare oppervlakte is Trompenburg in Kralingen een ideale plek voor rustzoekers en groenliefhebbers. Wandel door de botanische tuin langs de grote collectie bomen, struiken, vaste planten, bloembollen en knollen. Er zijn traditionele tuinen in Engelse stijl maar ook een modern voedselbos en een woestijnkas. Trompenburg is van grote waarde op het gebied van biodiversiteit en natuurhistorie, en is sinds enkele jaren zelfs een geregistreerd museum.

Getijdenpark Keilehaven

De Nieuwe Maas in Rotterdam heeft te maken met eb en vloed, waardoor het waterniveau twee keer per dag verandert. Dit komt door de open verbinding met de Noordzee via de Nieuwe Waterweg. Er zijn verschillende getijdenparken langs het water. Elk getijdenpark is anders en je kunt er van alles beleven. Zo kun je er wandelen, hengelen, picknicken, vogels spotten en genieten van het uitzicht. 

Getijdenpark Keilehaven is de nieuwste. Het bestaat uit negen getijdenterrassen die vanaf de kop van de Keilehaven richting de monding steeds groter in maat en schaal worden. De nieuwe getijdennatuur trekt door de werking van eb en vloed bijzondere planten, vissen en vogels aan die op de grens van zoet en zout leven. De nieuwe natuur biedt Rotterdammers de kans te wandelen en picknicken langs de groene oevers van de Nieuwe Maas.

Vroesenpark

Het park stamt uit 1929. In het Vroesenpark zijn grote grasvelden met ruimte om te rennen en spelen. Ook zijn speeltoestellen en is er een visvijver. Buurtbewoners, maar ook Rotterdammers van verder weg, komen er graag met dekentjes, picknickmanden en barbecues. Het Vroesenpaviljoen is ideaal voor een hapje en een drankje. 

Eiland van Brienenoord

Ook een Getijdenpark. Maar met een heel lange historie. Het Eiland van Brienenoord is in de 19e eeuw ontstaan door verslibbing van een zandplaat in een buitenbocht van de Nieuwe Maas.  In 1847 werd het eiland gekocht door Baron van Brienen en die begon er samen met zijn zoon een zalmvisserij. Aan deze baron dankt het eiland natuurlijk ook zijn naam. In 1904 werd het eiland Rotterdams grondgebied. 

Inmiddels is het onderdeel van het Rondje Stadionpark,  een recreatieve route van vijf kilometer op Rotterdam-Zuid. Drie Schotse hooglanders verzorgen beheer door onkruid, gras en jonge boompjes op te eten. Daarnaast zijn er uitkijkpunten, een recreatievlonder in het bouwdok en Buitenplaats Brienenoord.

Een plek voor cultuur in de natuur. Er is ruimte voor theatervoorstellingen, interdisciplinaire avonden, kunstonderzoeken en samenwerkingen met kunststudenten van allerlei disciplines centraal staan. De afstuderende studenten van de Masteropleiding Experimental Publishing (XPUB) aan het Piet Zwart Instituut hebben er bijvoorbeeld een afstudeerexpositie van 3 t/m 6 juli.

Zuiderpark

Het grootste park van Nederland? Dat is gewoon het Zuiderpark in Charlois. Het beslaat maar liefst 430 voetbalvelden en heeft een avontuurlijk speelterrein, strandje, moeras, bossen en veel water.

Er vinden regelmatig festivals plaats zoals CSC en Baroeg Open Air.

Het Kralingse Bos

Waarschijnlijk het meest bekende park in Rotterdam, rond de Kralingse Plas. De plas is al in de 17e eeuw door turfwinning ontstaan. Nadat Kralingen in 1895 wordt geannexeerd door Rotterdam bedenkt directeur G. J. de Jongh van Gemeentewerken een stadspark voor Kralingen, het Kralinger Hout. In 1911 neemt de Rotterdamse gemeenteraad het plan van De Jongh aan. Maar de Eerste Wereldoorlog zorgt voor vertraging. Rond 1920 begint het graven van de Waalhaven en de grond vrijkomt, wordt gebruikt om de poldergrond rond de plas op te hogen.

In 1928 begint het planten van speciaal in Noord-Brabant gekweekte eiken. De Rotterdamse schooljeugd wordt hierbij ingezet op speciale boomplantdagen. In de jaren dertig van de 20e eeuw worden er in het kader van de werkverschaffing ook werklozen ingezet bij de aanleg en beplanting. Een groot deel van deze bomen wordt tijdens de hongerwinter opgestookt in de kachel.

Puin dat afkomstig uit het centrum van de gebombardeerde stad wordt in de zuidelijke hoek van de Plas gestort. Zo ontstaat een groep kleine eilanden, die ten behoeve van wandelaars worden verbonden met een reeks loopbruggen. In 1953 wordt het Kralingse Bos dan eindelijk officieel geopend.

Het Kralingse Bos verwerft grote bekendheid in de zomer van 1970 vanwege het Holland Pop Festival. Ook nu vinden er nog festivals plaats zoals Boothstock en A Day At The Park. Maar het bos is vooral ook geliefd om te wandelen en het water om af te koelen.

Het Park

Ook wel bekend als het Park bij de Euromast. Het Park in Rotterdam is het grootste groene rijksmonument van de stad. Het levend erfgoed is ontworpen vanaf 1852 door de bekende landschapsarchitecten vader en zoon Zocher. Het Park is bedacht als wandelplaats in de romantische landschapsstijl en een geïdealiseerde natuurbeleving.

De laatste tijd zijn er veel initiatieven om het park weer in oude glorie te herstellen. Zo is het Parkpaviljoen gerenoveerd. Van binnen én in de buitenruimte rondom. Het oude Parkherstellingsooord is nu het thuis van Stichting het Park, met een werkplaats voor de hoveniers en een plek waar bezoekers van het Park welkom zijn te 'herstellen' van al het grootstedelijke geruis. Met plaats voor ontmoeting, verdieping en programma op het snijvlak van kunst en natuur.