Lezing Razzia Rotterdam

Op 10 en 11 november 1944 wordt de grootste razzia in Nederland door de Duitse bezetter gehouden. Op deze twee dagen worden circa 52.000 mannen uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd om in Duitsland dwangarbeid te verrichten.

Er is vrijwel geen ontkomen aan, het is een grootscheepse militaire operatie. Toegangswegen worden afgesloten en alle jongens en mannen tussen de 17 en 40 jaar worden meegenomen in vervuilde goederenwagons en over water met rijnaken.

Zo ook de vader van Harry van Huut en de oom van Rob Tol. De vader van Rob moest in 1942 in het kader van de zogeheten Arbeitseinsatz naar Duitsland, omdat de Duitsers onder meer verlegen zaten om metaalarbeiders. De vader van Harry kwam terecht op een rangeeremplacement in de buurt van Krefeld. Onder barre omstandigheden moest hij werken aan het spoor, terwijl het emplacement regelmatig gebombardeerd werd door de geallieerden.

Tijdens de lezing presenteren Rob en Harry de persoonlijke en indrukwekkende verhalen van weggerukte vaders. Zij zwegen – net als de meeste weggevoerde mannen – nadat ze terugkwamen naar Nederland in 1945. Het ontredderde en verwoeste Rotterdam moest immers weer opgebouwd worden. Harry en Rob zetten zich als vrijwilliger in voor het Razzia Monument dat 10 november a.s. wordt onthuld aan de Parkkade.