Liveshows in Ahoy, een Eurovision Village en de stad versierd in songfestivalsferen. Rotterdam staat in mei, geheel coronaproof, in het teken van het Eurovisie Songfestival. Welke songfestivalfans kunnen niet wachten tot het zo ver is? Michel Kentie en Erik Martens stellen zich aan je voor.
‘Toen Duncan won, stond ik naast de Nederlandse vlag op ons balkon luidkeels te juichen. Het was 1 uur ’s nachts, maar het maakte niet uit! Het was óns moment!’ Michel Kentie (50) krijgt een schittering in zijn ogen bij de herinnering. Zijn echtgenoot Erik Martens (49) mijmert mee: ‘We hebben gehuild. Eigenlijk wilden we de auto in springen om door de stad te toeteren en een duik in de Hofpleinfontein nemen, maar het regende flink.’ Ieder jaar haalt het echtpaar, wonend in Kralingen, alles uit de kast rondom het Songfestival. Erik: ‘We zijn online actief met fanclubs en een fansite. Ik heb de finale drie keer bijgewoond en we gaan naar Eurovision in Concert.’ Michel grinnikt: ‘Af en toe een beetje voor reuring zorgen in de onlinecomments.’
Match made in heaven
Michel en Erik zijn een match made in heaven, al vanaf moment één. Het begon zo’n negentien jaar geleden toen Michel op een datingsite een leuke foto tegenkwam. ‘Erik had een knalroze shirt aan waar ik hem een compliment over gaf. Toen vertelde hij dat die foto van een songfestivalfinale was. Hadden we meteen heel veel om over te praten.’ Beide heren kijken al van jongs af aan mee en kennen de hits van binnen en van buiten. Hebben ze dezelfde smaak? ‘Lang niet altijd!’ verklaart Erik. ‘Conchita Würst draai ik alleen als hij niet thuis is.’ Michel: ‘Hear them calling van Gréta Salóme zet ik juist expres op om hem te plagen.’ Maar de hits worden in ieder geval heel het jaar gedraaid in huize Kentie-Martens.
Songfestivalavonden
Vroeger organiseerde het stel nog songfestivalavonden om samen met vrienden de finale te kijken. Michel: ‘Maar nu zijn we het liefst gewoon met z’n tweeën. Geen afleiding van mensen die erdoorheen praten, geen drankjes halen voor de club, we kunnen vrijuit springen, gillen en schreeuwen. We versieren het huis met alles wat maar rood-wit-blauw is en Erik maakt ieder jaar passende hapjes met vlaggetjes van de deelnemende landen. Zweedse balletjes, Duitse pretzeltjes of Goudse kaas.’ Erik: ‘En dan luidkeels samen commentaar leveren op de outfits, de productie, de commentatoren, de dansers. Dat vind ik leuk aan ons land: we hebben altijd wat te zeuren, en zeker op onze eigen inzending. Maar als Nederland aantreedt, gaat het volume omhoog en zingen we keihard mee.’
De winst
Erik: ‘Het is nu bitterzoet vanwege de pandemie. We zijn allebei als vrijwilliger ingeschreven en gaan overal aan meedoen, uiteraard.’ De twee houden ook goede hoop voor de toekomst. ‘Ik vóel gewoon dat-ie binnen vijf jaar weer van ons is’, zegt Michel. ‘We hebben het momentum en je ziet dat Nederland wakker geschud is voor de schoonheid en lol van het songfestival.’
Dit artikel is te lezen in de mei/juni-editie van het Uitagenda Rotterdam magazine. Bekijk het magazine hier.
Foto: Bas Czerwinski